Jan Homburg, over 40 jaar metselen bij Schakel & Schrale: ‘Je moet met het gebouw mee’

Uitkijkend over de skyline van Amsterdam, valt zijn blik op de twee bakstenen torens van winkelcentrum Magna Plaza, het voormalige hoofdpostkantoor. ‘Die zou ik nog wel eens willen restaureren, en de Westerkerk even verderop, want vlak onder die toren ben ik geboren,’ vertelt de ras-Amsterdammer.

Het geheim van een goede metselaar? ‘Je moet met het gebouw mee.’ Jan legt uit: ‘Een van de mooiste projecten waar ik ooit aan heb gewerkt is de Sint-Bavokerk in Haarlem. Daar heb ik zes jaar gezeten. De glazuurstenen waar ik mee moest werken, wogen twintig kilo per stuk. Die stenen kwamen uit Duitsland en waren verkeerd gebakken, de schuinte klopte niet. Dan moet je iedere steen stuk voor stuk zelf corrigeren met een scherp oog voor de oorspronkelijke bouw. Als je dan het eindresultaat ziet, ik loop er nog altijd wel eens binnen, dan voel je je wel trots. Dat je een bijdrage levert aan het behoud van de mooiste monumentale gebouwen van Nederland, had ik toen ik begon als metselaar nooit durven denken.’

De eerste stappen bij Schakel & Schrale zette Jan in 1983 in een pand aan de Keizersgracht in Amsterdam. Niet om te metselen, maar voor een sollicitatie. Hij werd onmiddellijk aangenomen om vervolgens direct aan de slag te gaan met de restauratie van de uit de 15e eeuw stammende Hervormde Kerk in Ilpendam. ‘Toen moest ik het vak van metselaar nog echt leren, hoewel ik wel een opleiding had gedaan.  In die eerste jaren heb ik veel geleerd van Cees Louwen. Met wie ik uiteindelijk zo'n 25 jaar heb samengewerkt. Werken met een vaste ploeg ligt mij het beste, dan weet je wat je aan elkaar hebt. Als je dan een keer een obstakel in het werk tegenkomt, vind je samen wel de beste oplossing. Het hoeft voor mij niet altijd volgens de regeltjes, als de klant maar tevreden is over het eindresultaat, daar gaat het om.’

Als het over tevreden klanten gaat, volgt al snel een anekdote: ‘We restaureerden een prachtig landhuis aan de Vecht. De particuliere eigenaar was erg kritisch, alles moest tot in de puntjes kloppen. Hij stuurde materialen terug als ze volgens hem niet goed genoeg waren en bestudeerde de aders in het natuursteen tot op de millimeter. Op kantoor werden ze er denk ik gek van, maar ik kon het wel waarderen. Dat heeft die klant kennelijk in de gaten gehad, want ergens halverwege de klus vroeg hij of ik niet bij hem in dienst wilde komen. Daar spreekt wel waardering uit voor je vakmanschap en betrokkenheid.’ 

Het vak van metselaar is door de jaren heen niet echt veranderd. De interesse voor het vak wel. ‘Ik vind het erg leuk om leerling-metselaars kennis te laten maken met het restauratie vak. Dat heb ik een paar jaar gedaan op Fort IJmuiden met een stuk of twaalf leerlingen. We moesten steeds met een bootje op en neer varen. Het enthousiasme van de leerlingen was mooi om te zien, maar het is erg jammer dat het aantal vakmensen afneemt. Dat betekent namelijk ook dat de kwaliteit van restaureren niet altijd meer verzekerd is.’
Met een goede balans tussen jong en oud, ervaren en minder ervaren vaklui, zit het bij Schakel & Schrale wel goed, volgens Jan: ‘Er komen gelukkig nog altijd jonge mensen bij. Het is natuurlijk ook geweldig om aan zulke mooie gebouwen te mogen werken. In een hecht team met collega's die elkaar helpen als het nodig is, en waarin je mag meedenken over de beste oplossing. Zo lang die typische Schakel & Schrale cultuur blijft, hoef ik nog niet na te denken over stoppen met werken.’